Caio Fabbricio.
Opera Pasticcio van A. Hasse gearrangeerd en uitgegeven door G.F. Händel
Muzikale leiding: Nicholas Kierdorf
Directeur Ute Monika Engelhardt
Caio Fabbricio (HWV A9) is een dramma per musica in drie bedrijven. Gebaseerd op de gelijknamige opera van Johann Adolph Hasse, is het een bewerking van George Frideric Händel en de tweede pastiche van niet minder dan drie in het seizoen 1733/34 in het Londense Theatre in Haymarket.
Plot:
Pirro, koning van Epirus, is de leider van de Tarentijnen en andere Italiaanse Grieken in hun oorlog tegen Rome. Na een grote Griekse overwinning stuurt Rome de zeer gewaardeerde staatsman Caio Fabbricio om met Pirro te onderhandelen. Onder de Romeinse gevangenen is Fabbricio's dochter Sestia, op wie Pirro verliefd wordt. Na een vergeefse poging Fabbricio om te kopen met kostbaarheden, stelt Pirro voor dat hij met Sestia zou kunnen trouwen, maar deze weigert verontwaardigd. Fabbricio ziet zelfmoord als de enige uitweg voor zijn dochter in deze situatie en dus geeft hij haar een dolk. Wanneer Sestia, in een uitzichtloze situatie, zelfmoord wil plegen, redt haar doodgewaande minnaar Volusio haar van de dood. Volusio wil nu de tiran doden, maar uit jaloezie (d.w.z. een zinnelijk affect), niet om morele redenen. Daarom weigert Sestia hem de daad te laten doen. Pirro's verloofde Bircenna, vermomd als "Glaucilla", sluit zich aan bij Turio, een Tarentijn die Pirro haat om zijn verstoring van de Tarentijnse gewoonten en tradities. Turio doet Fabbricio een aanbod om Pirro toch te verraden; Fabbricio wil dit aanbod op schrift. Volusio wordt ontmaskerd wanneer hij tussenbeide komt in een moordcomplot op bevel van Bircenna en Turio, en daarbij zelfs het leven van de tiran redt. Turio helpt Sestia en Volusio te ontsnappen, maar Fabbricio brengt hen terug naar Pirro en Volusio wordt opnieuw gevangen genomen. Op Pirro's bevel, moet Fabbricio nu Volusio veroordelen. Nadat hij heeft vernomen dat Volusio de tiran wilde doden uit jaloezie en niet om morele redenen, spreekt hij het doodvonnis uit over zijn potentiële schoonzoon, die zich laat leiden door blinde genegenheid. Alles lijkt verloren tot Fabbricio Pirro Turio's brief overhandigt waarin zijn verraad en moordplan worden onthuld. Pirro is onder de indruk van zoveel Romeinse deugdzaamheid en vergeeft iedereen. Hij laat Sestia en Volusio vrij, evenals de andere Romeinse gevangenen, en er zijn zelfs aanwijzingen voor een toekomstige verzoening met Bircenna.